Iedereen verdient een prof. dr. E.I. Kipping (Neerlandicus)
“Taal is een levend organisme”, zei prof. dr. E.I. Kipping (Neerlandicus) tegen de onlangs overleden televisiemaker Wim de Bie in het satirische nieuwsprogramma Keek op de week. Zijn overlijden brengt me terug naar de tijd dat mijn liefde voor die levendige taal ontstond. Jeugdhelden Van Kooten en De Bie speelden daar een grote rol in.
Op zondagavond VPRO kijken was bij ons thuis vroeger vaste prik. Met een stiefvader die bij de vrijzinnige omroep werkte, kon dat ook niet anders. Vaak vervloekte ik de zware kost die ik te verstouwen kreeg, vooral de thema-avonden, maar Keek op de week vond ik altijd geweldig. Een van mijn favoriete typetjes was prof. dr. Kipping, die op onnavolgbare en super komische wijze taalfouten en taalregels probeerde te verduidelijken.
Taal is leuk
Ik denk oprecht dat ik meer over de Nederlandse taal heb geleerd van prof. dr. Kipping, oftewel Kees van Kooten, dan van mijn stoffige en vaak humeurige lerares Nederlands. Bij haar was taal niet leuk en van haar uitleg viel je eerder in slaap, dan dat je dubbel lag van het lachen. Bij prof. dr. Kipping gebeurde dat wel. Sterker nog, bij hem sloeg je vaak stijl achterover van bewondering. Hoe verzint hij het?!
“Dan taal verandert, als veranderen wij automatisch mede”
Ik ergerde me toen groen en geel aan het verkeerde gebruik van de woorden ‘als’ en ‘dan’. Als Rotterdammer hoor ik dat nog steeds vaker fout gaan dan goed. Want vooral oudere Rotterdammers zeggen “die man langer als die vrouw” te kennen. Tenminste als dat het geval is. Het kan ook zijn dat ze beide mensen “niet konden”… Prof. dr. Kipping zag dat probleem totaal niet en leerde me dat ook taal aan verandering onderhevig is, dus “laten we danjeblieft toch wat democratischer denken”.
Bekijk de video voordat je verder leest:
Keek op de Week 3 – 3van4 – Taalverloedering – YouTube
In 1993 stopte Keek op de week. Gelukkig is Kees van Kooten na de laatste aflevering niet gestopt met het delen van zijn taalergernissen. Hij slaat nog steeds met grote regelmaat de spijker op zijn kop. Zoals in 2013 in de Volkskrant. ‘Anti-homogeweld, dat verandert ook, merk je dat? In de koppen zie ik steeds minder anti-homogeweld. Het heet nu ineens: homogeweld. Maar dat is fout!’
Hij blijft een stemmetje in mijn hoofd
Geen idee of het voor iedere prof. dr. Kipping-liefhebber geldt, maar als ik dit soort uitspraken van Kees van Kooten lees, klinkt in mijn hoofd toch de stem van de professor. ‘Want kijk, stormschade is schade die de storm aanricht. Dus ik wandel hand in hand met Barbara, 45 jaar getrouwd, allebei heteroseksueel, en uit een steegje komen vier homo’s en die slaan ons dan in elkaar. Dát betekent dat woord: homogeweld. Terwijl er geweld tégen homo’s mee wordt bedoeld.’
Dat/wat zullen we nooit weten
Van prof. dr. Kipping hebben we sinds 1993 helaas nauwelijks meer vernomen. Dat is jammer, want ik gun iedere middelbare scholier van nu net zo’n bevlogen professor. Bovendien had ik graag gehoord wat hij vindt van de hedendaagse gewoonte om bijna achter ieder woordje ‘en’ een komma te zetten, iets waar ik me enorm aan stoor. Zou hij daar het nut van inzien en me de slappe lach bezorgen met zijn uitleg? Dat zullen we nooit weten. Of is het nou wat…?
Bekijk de video om mijn laatste zin echt te snappen:
Drs. E.I. Kipping: ‘Dat of wat’ – YouTube